Capaciteitsberekening bruggen en sluizen


Human factors bij capaciteitsberekening


Hoeveel operators heb je nodig voor alle taken die bijvoorbeeld vanuit een bediencentrale voor bruggen en sluizen worden verricht? Deze vraag komt geregeld op ons pad. Een belangrijke vraag om te beantwoorden als er nagedacht wordt over een nieuwe bediencentrale of als er een reorganisatie plaatsvindt. Ons doel is om te bepalen met hoeveel operators het werk op een veilige, efficiënte en mensgerichte manier gedaan kan worden. Daar is kennis en ervaring voor nodig op het gebied van human factors.

Berekenen van het benodigd aantal operators


Om hier een juist antwoord op te kunnen geven is het van belang dat we onder andere een beeld krijgen van de hoeveelheid werk, oftewel de totale werklast (A), maar ook van de maximaal toelaatbare werklast per persoon. Eerst wordt de gezonde bovengrens bepaald van de werklast voor een operator, waarbij de operators het gevoel hebben een uitdagende, actieve baan te hebben. Aan het eind van de werkdag kun je ervan uitgaan dat zij genoeg energie over hebben voor privé-activiteiten. Ook wordt de absolute ondergrens voor werklast (vervelingsgrens) bepaald. De belangrijkste bestanddelen voor het berekenen van de totale werklast zijn de bedienfrequentie en de bedienduur per object. Als hiervan betrouwbare cijfers over een representatief jaar beschikbaar zijn (bijvoorbeeld vanuit logginggegevens), kun je hieruit het werklastprofiel afleiden. Als deze niet beschikbaar zijn, moeten er representatieve metingen plaatsvinden. Ook dient er rekening te worden gehouden met de toegestane wachttijden die zijn afgesproken met het (vaar)wegverkeer (B) en met overige taken die moeten worden verricht (C). Als de totale werklast is berekend, kan hieruit het benodigd aantal operators worden gedestilleerd.




Resultaat


Het resultaat is een overzicht van de benodigde bediencapaciteit, rekening houdend met maand van het jaar, dagen in de week en tijdstippen op de dag.